Publised on 18 sep 2025
Gewoontewitwassen: van losse signalen naar patroon

Chantal Toonders
Stel je voor:
Elke maand zie je dezelfde klant terug in je transactiemonitoring. De bedragen zijn niet enorm, de contra-rekening wisselt, de omschrijvingen zijn vaag maar niet té opvallend. Op zichzelf zijn het “grijze” signalen. Maar over twaalf maanden heen zie je ineens een patroon: altijd net onder de meldgrens, altijd via andere tussenpersonen, altijd zonder duidelijke economische reden.
Dat is precies het speelveld van gewoontewitwassen en daar wordt het voor jou als poortwachter interessant (en spannend!).
In deze blog neem ik je mee in wat gewoontewitwassen juridisch is, maar vooral: hoe je het als Wwft-poortwachter kunt herkennen, duiden en vastleggen in je eigen praktijk.
1. Wat is gewoontewitwassen ook alweer?
In het Wetboek van Strafrecht staat in artikel 420ter dat iemand zich schuldig maakt aan gewoontewitwassen als hij “van het plegen van witwassen een gewoonte maakt”. Simpel gezegd: het gaat niet om één losse witwastransactie, maar om herhaald, structureel witwassen.
Belangrijk daarbij:
De basis is witwassen (meestal opzetwitwassen, art. 420bis Sr): het verhullen of benutten van geld/voorwerpen waarvan men wéét dat ze uit misdrijf afkomstig zijn.
Bij gewoontewitwassen gaat het om een reeks van dit soort handelingen, waardoor het geen incident meer is maar een patroon.
Recente rechtspraak onderstreept bovendien dat gewoontewitwassen niet kan worden gebouwd op alleen “schuldwitwassen”; het gaat echt om herhaald opzettelijk witwassen.
Voor jou als poortwachter is dat interessant, want: waar het strafrecht achteraf het geheel beoordeelt, zit jij juist aan de voorkant van die keten.
Wil je meer weten over schuldwitwassen? Lees dan hier ons blog!
2. Waarom moet jij als poortwachter wakker liggen van gewoontewitwassen?
Omdat gewoontewitwassen zelden in één keer door één instelling zichtbaar is.
Criminelen verspreiden hun geldstromen:
over meerdere rekeningen
bij meerdere instellingen (banken, betaalinstellingen, accountants, notarissen, makelaars, beleggingsondernemingen)
over tijd; kleine, repeterende transacties in plaats van één grote klapper
Dat betekent dat jouw organisatie vaak maar een deel van de film ziet. Juist daarom:
is doorlopende monitoring onder de Wwft cruciaal;
moet je transacties in samenhang over tijd bekijken, niet alleen als losse events;
wordt goede vastlegging en dossiervorming ineens een sleutel: zonder die historie herken je de gewoonte niet.
Als jij de rode draad mist, vergroot dat de kans dat jouw instelling (onbedoeld) een facilitator van gewoontewitwassen wordt.
3. Typische patronen van gewoontewitwassen in de praktijk
Laten we het concreet maken. Dit zijn een paar herkenbare scenario’s die je als poortwachter kunt tegenkomen.
3.1. De “cash-intensieve ondernemer” die altijd net onder de radar blijft
Profiel:
Horeca, detailhandel, beauty, gaming, autohandel, etc.
Structurele contante stortingen, vaak net onder interne of wettelijke drempels.
Gering of onduidelijk verschil tussen zakelijke en privé-geldstromen.
Red flags:
Steeds herhaalde contante stortingen op verschillende locaties.
Omzetcijfers die niet stroken met sectorcijfers of KVK-informatie.
Veel gebruik van tussenrekeningen (familie, personeel, derden).
Weinig of geen verklaarbare pinomzet terwijl er wel veel contant binnenkomt (of andersom).
3.2. De money mule en zijn netwerk
Profiel:
Relatief jonge of kwetsbare klanten.
Rekening wordt gebruikt als doorgiftepunt voor geld van/naar derden waar geen logische relatie mee is.
Red flags:
Veel inkomende bedragen van verschillende personen, snel weer doorgeboekt.
Nauwelijks gebruik voor normale dagelijkse uitgaven.
Omschrijvingen als “lening”, “huur”, “auto” die totaal niet passen bij profielen/informatie over de klant.
4. Van signaal naar handelen: hoe pak je dit praktisch aan?
Alle mooie theorie is nutteloos als je er in je dagelijkse werk niets mee kunt. Daarom een praktisch stappenplan.
Stap 1 – Kijk verder dan de individuele transactie
Train jezelf en je collega’s om over tijd en over dossiers heen te denken:
Gebruik waar mogelijk periodieke overzichten (bijv. 6–12 maanden) bij een review.
Vraag bij een event driven review direct:
“Is dit een incident of zien we hier een patroon dat mogelijk duidt op een gewoonte?”
Leg in je dossier vast welke periode je hebt bekeken en welke conclusies je trekt.
Stap 2 – Koppel CDD-informatie aan transacties
CDD-informatie en transacties mogen geen gescheiden werelden zijn:
Klopt de transactiehistorie met het opgegeven inkomens- of vermogensprofiel?
Past de frequentie en hoogte van transacties binnen het zakelijke model?
Zijn eerdere vragen of inconsistenties opgelost, of zien we juist herhaling?
Een klant die keer op keer geen goede verklaring geeft, beweegt zich richting het profiel van iemand die van witwassen een gewoonte maakt – ook al zie jij maar een deel daarvan.
Stap 3 – Escaleer op het juiste moment (intern)
Gewoontewitwassen vergt vaak een multidisciplinaire blik:
Betrek daarom tijdig; compliance, legal en de Wwft-verantwoordelijke bestuurder.
Bespreek patronen in een periodiek overleg zodat collega’s ook op de hoogte blijven.
Documenteer duidelijk:
welke signalen zijn gezien;
waarom je denkt aan mogelijk gewoontewitwassen;
welke vragen aan de klant zijn gesteld;
welke antwoorden zijn gegeven (of niet).
Stap 4 – Meldplicht richting FIU: denk in patronen, niet alleen in incidenten
Onder de Wwft meld je een ongebruikelijke transactie, niet per se “gewoontewitwassen”. Maar:
Meerdere ongebruikelijke transacties van dezelfde klant met vergelijkbaar patroon verdienen vaak meerdere meldingen of één goed onderbouwd cluster.
In je toelichting aan de FIU kun je expliciet aangeven dat je een patroon ziet dat mogelijk wijst op gewoontewitwassen.
Hoe beter je de rode draad beschrijft, hoe waardevoller jouw melding is in het grotere strafrechtelijke plaatje.
5. Veelvoorkomende misverstanden over gewoontewitwassen (in Wwft-praktijk)
Misverstand 1 – “De bedragen zijn klein, dus het zal wel meevallen.”
Kleine bedragen over een lange periode kunnen samen een groot witwasvolume vormen. Criminelen gebruiken juist dit soort structuren om buiten de spotlights te blijven.
Misverstand 2 – “Wij zien maar één rekening, dus wij kunnen geen gewoonte vaststellen.”
Je hoeft als poortwachter niet het complete strafdossier te reconstrueren. Als jij in jouw deel van de keten een terugkerend ongebruikelijk patroon ziet, ben je al meldplichtig.
Misverstand 3 – “We hebben al een keer gemeld, dus we zijn klaar.”
Een melding is geen eenmalige “afvinkactie”. Nieuwe of voortgezette ongebruikelijke patronen vereisen herbeoordeling en vaak nieuwe meldingen.
Misverstand 4 – “Zonder bekend gronddelict kunnen we niets.”
Ook als het onderliggende misdrijf niet duidelijk is, kan een patroon van transacties zo onlogisch zijn dat je redelijkerwijs moet vermoeden dat er iets mis is. Dat is precies waar de Wwft op aangrijpt.
6. Een mini-checklist: signaleer je mogelijk gewoontewitwassen?
Gebruik deze vragen bij een review of verscherpt cliëntenonderzoek:
Zien we terugkerende ongebruikelijke transacties (hoogte, frequentie, herkomst/bestemming) bij deze klant?
Lijken de transacties bewust gestructureerd (knippen, spreiden, drempelgedrag)?
Is er in eerdere beoordelingen al eens twijfel of verhoogd risico vastgelegd?
Heeft de klant in het verleden ontoereikende of wisselende verklaringen gegeven?
Zien we dezelfde namen, entiteiten of tussenpersonen terug in andere dossiers?
Sluit het patroon niet aan bij het opgegeven profiel, branche en legale inkomstenbronnen?
Is er intern discussie over deze klant omdat “het al zo lang schuurt”, maar is dat nog niet helder gedocumenteerd?
Beantwoord je meerdere vragen met “ja”? Dan is het tijd om:
het dossier aan te scherpen,
intern te escaleren, en
serieus te beoordelen of een (aanvullende) melding aan de FIU aan de orde is.
7. Wat kun je morgen al anders doen?
Een paar direct toepasbare acties voor jouw praktijk:
Training: Neem gewoontewitwassen expliciet op in Wwft-opleidingen en casusbesprekingen.
Monitoringsregels: Kijk of je scenario’s hebt die lange-termijnpatronen oppikken.
Dossiervorming: Zorg dat twijfels, interne discussies en patronen consequent worden vastgelegd, niet alleen “tussen neus en lippen door” worden besproken.
Samenwerking: Plan regelmatig overlegmomenten met collega’s, ook over verschillende afdelingen heen, over klanten waarbij het al een tijdje ‘schuurt’ maar waar je de vinger niet precies op krijg. Vaak wordt dan het grotere plaatje zichtbaar.
Gewoontewitwassen is zelden spectaculair in één enkele transactie. Het zit in de herhaling, de rafelranden en de grijze gebieden. Juist daar maak jij als poortwachter het verschil.






